Dennis Bliemer

Zittingsbode/receptiemedewerker

“Ik werk negentien jaar bij de Raad van State, maar het hoogtepunt voor mij was woensdag 8 december 2021, toen prinses Amalia werd binnengeleid in de Raad van State, zoals dat officieel heet. Ik mocht dat van heel dichtbij meemaken. Dienstbaarheid is voor mij belangrijk en dat komt tot uiting in de beveiliging. In 2003 werd ik beveiliger bij de Raad. Soms hebben mensen daar een verkeerd beeld bij, maar eigenlijk ben je 90 procent van de tijd een soort gastheer. Dat ben je ook als zaalbode en receptiemedewerker, wat ik nu ruim twee jaar ben. Je ontvangt de appellanten en gemachtigden van de bestuursorganen, brengt hen naar de juiste zittingszaal en stelt ze vooral op hun gemak – voor mensen die een rechtszaak hebben tegen de overheid is de zitting spannend, er zijn vaak grote belangen mee gemoeid."

De binnenkomst van prinses Amalia hebben we vaak geoefend.

"Daarnaast ben ik ook de derde ‘kamerbewaarder’, een soort assistent van de ‘VP’ – vice-president De Graaf. Ik breng zijn bezoek naar zijn kamer en zorg dat er koffie is. Vanuit die rol was ik ook betrokken bij de binnengeleiding van de kroonprinses. Op haar 18e verjaardag kreeg zij ‘van rechtswege’ zitting in de Raad van State. In een bijzondere vergadering werd ze een dag na haar verjaardag verwelkomd. Ik was aan haar ‘gekoppeld’, twee collega’s waren gekoppeld aan de koning en de koningin. Ik mocht haar jas aannemen, haar stoel aanschuiven, de jas teruggeven toen ze in de Franse tuin een koningslinde ging planten en daarna, voor de persvragen, de jas weer aannemen.

We hebben dat veel geoefend en de route binnen meerdere keren gelopen. Elke stap is gerepeteerd, zelfs het aanschuiven van de stoel met een collega die de kroonprinses speelde, en haar aanspreektitel, Koninklijke Hoogheid.

Van de spanning sliep ik de nacht ervoor niet goed en trok ’s ochtends een donkerblauwe broek aan, terwijl het een grijze had moeten zijn. Snel naar huis om die om te wisselen. Zulke dagen zijn toch de krenten in de pap. Over die verkeerde broek zullen collega’s nog lang grappen blijven maken. Maar daar kan ik best tegen, hoor.”