Tweede Kamer maakte Spreidingswet uiteindelijk minder complex

De Afdeling advisering had stevige bezwaren bij het wetsvoorstel Spreidingswet: in deze vorm kan de regering het eigenlijk niet indienen bij de Tweede Kamer. De regering legde dit advies naast zich neer, maar de Tweede Kamer maakte het wetsvoorstel uiteindelijk minder complex.

Weinig wetten hebben in 2023 tot zoveel ophef geleid als de Wet gemeentelijk taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen. Niet iedereen zal die wet meteen wat zeggen, maar wel onder de naam die in de volksmond en in politiek Den Haag wordt gehanteerd: de Spreidingswet.

Als het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel overvol dreigt te raken, blijkt dat te weinig gemeenten vrijwillig opvangcapaciteit hebben geregeld. De regering besluit gemeenten een wettelijke taak te geven in het opvangen van asielzoekers. Hoe dit precies moet worden geregeld staat in dit wetsvoorstel. Voordat een wet in werking treedt moeten meerdere stappen worden gezet. Een daarvan is dat de Afdeling advisering een advies over het wetsvoorstel uitbrengt. Begin februari 2023 is dit advies aangeboden aan de regering.

(Vincent Jannink, ANP)

In het wetsvoorstel staat dat de minister van Justitie en Veiligheid eens per twee jaar een inschatting maakt van het aantal op te vangen asielzoekers. In elke provincie overleggen gemeenten over de verdeling daarvan en uiteindelijk neemt de minister een besluit: in welke gemeente moeten hoeveel opvangplaatsen komen. Als gemeenten vrijwillig structurele opvangplaatsen aanbieden (minstens honderd plekken die vijf jaar beschikbaar zijn), kunnen ze daarvoor een financiële tegemoetkoming krijgen.

'Onnodig complex'

De Afdeling advisering is kritisch op dit wetsvoorstel. Dat gemeenten enerzijds vrijwillig opvangplaatsen kunnen aanbieden en anderzijds met de provincie moeten afstemmen over de overige opvangplaatsen, leidt tot onduidelijkheid over de precieze taakstelling. De verdelingsprocedure en de bonussen zijn competitief van aard en dragen niet bij aan de solidariteit tussen gemeenten die de regering voor ogen heeft. Kortom: het wetsvoorstel is onnodig complex en mogelijk ook niet goed uitvoerbaar, oordeelt de Afdeling advisering.

Daarnaast worden volgens haar veel vragen die het wetsvoorstel oproept niet beantwoord. Wat is de precieze rol van provincies en die van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)? Binnen welke termijn moeten gemeenten de opvangplaatsen realiseren? Hoe komt de verdeling van opvangplaatsen over provincies en gemeenten precies tot stand? Nu dit alles onduidelijk is, kunnen de gevolgen – ook de financiële – voor de uitvoering van de wet niet goed in kaart worden gebracht.

De Afdeling advisering stelt daarom een eenvoudiger systematiek voor. Er kan beter aansluiting worden gezocht bij de procedure die geldt voor huisvesting van statushouders. Dat zorgt voor een duidelijke wettelijke taakstelling voor de gemeenten. Het advies aan de regering luidt dan ook om het wetsvoorstel aan te passen, voordat het bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Dat laatste is niet gebeurd. De ministerraad, waarin dit kritische advies werd besproken, besloot in maart 2023 het wetsvoorstel ongewijzigd naar de Tweede Kamer te sturen. De opmerkingen van de Afdeling advisering zijn niet overgenomen.

Moeizame afspraken

De instroom van asielzoekers en de problemen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel waren een belangrijk politiek thema in de campagnes voor de Tweede Kamerverkiezingen, en werden ook door de media nauwlettend gevolgd. Veel aandacht ging uit naar het feit dat er met het kritische advies van de Raad van State nauwelijks iets werd gedaan. Staatssecretaris Eric van der Burg (Vreemdelingenzaken) die de wet had ontworpen, erkende dat het advies van de Raad van State ‘pittig’ was, maar de moeizaam tot stand gekomen afspraken tussen de coalitiepartijen over de asielopvang kon niet meer worden opengebroken. De Spreidingswet was al met grote vertraging tot stand gekomen en het doorvoeren van aanpassingen, zoals voorgesteld in het advies, zou ertoe leiden dat de wet weer met een jaar zou worden uitgesteld. Bovendien zou een aangepaste Spreidingswet volgens de staatssecretaris überhaupt niet meer door de Tweede Kamer komen. De opmerking van de Afdeling advisering dat de wet niet uitvoerbaar zou zijn, nam hij niet over: ‘Zonder deze wet komt die eerlijke spreiding er niet’.

Dat de regering ervoor kiest om opmerkingen van de Afdeling advisering niet over te nemen, hoe kritisch deze ook zijn, is een politieke realiteit. Het is haar wettelijke taak de regering te adviseren over wetsvoorstellen. Daarna is het aan de regering en vervolgens aan de Tweede Kamer om het wetsvoorstel al dan niet aan te passen. Adviezen van de Raad van State zijn ‘gezaghebbend’, maar niet bindend. De staatssecretaris kreeg overigens ook bijval, sommigen vonden ‘een complexe wet beter dan helemaal geen Spreidingswet’.

Amendement

Het wetsvoorstel bracht bij lokale overheden en belangenorganisaties veel commotie teweeg.

Het was de Tweede Kamer die met aanpassingen van het wetsvoorstel kwam. Een ruime meerderheid schaarde zich in september 2023 achter een compromisvoorstel om de Spreidingswet eenvoudiger en vooral beter uitvoerbaar te maken. Belangrijkste wijziging was het vereenvoudigen van de methodiek om de benodigde opvangplekken voor asielzoekers eerlijk over gemeenten te verdelen – eigenlijk zoals de Afdeling advisering al adviseerde. Voor dit alternatief hadden de partijen nauw contact met de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO), die net als de Raad van State veel kritiek hadden op het wetsvoorstel. Met een amendement van de Tweede Kamer is er meer ruimte gekomen voor vrijwilligheid voor gemeenten én ruimte om er als gemeenten onderling uit te komen. ‘Gemeenten blijven met de huidige systematiek te lang in onzekerheid over wat hun daadwerkelijke opgave is’, zei een Kamerlid, waarin de echo van de Raad van State doorklonk.

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel in oktober 2023 met een kleine meerderheid aangenomen, de Eerste Kamer volgde in januari 2024. De Wet gemeentelijk taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen is op 1 februari 2024 in werking getreden.